Tjitske en Bram zetten liefst snel de volgende stap

Zonder corona hadden Tjitske, Bram en hun twee kinderen niet in hun jaren twintig-huis aan het spoor in Overveen gewoond. Net terug na een paar jaar in het buitenland gewoond te hebben, huurde het gezin begin 2020 tijdelijk een monumentaal pand in het centrum van Haarlem. “Prachtig, maar wel koud”, lacht Tjitske. “Echt ter overbrugging tot we een eigen plek hadden.”

Vlak na de uitbraak van de coronacrisis, kwam er een telefoontje: eerdere kopers van het huis waarop ze hadden geboden, trokken zich terug. Hadden ze nog interesse? Tjitske: “Er was echt een beetje paniek. Niemand wist wat ons allemaal boven het hoofd hing door dat virus.” Bram en Tjitske grepen de kans op een koophuis met beide handen aan.

“We wisten wel dat er het een en ander aan het huis gedaan moest worden”, zegt Tjitske in de zonnige achtertuin. “Maar we zijn er eerst gewoon maar gaan wonen. Pas als je in een huis leeft, weet je wat de hoogste prioriteit heeft, toch?” De vorige bewoners hadden het huis op zich goed onderhouden, maar nog weinig aan isolatie gedaan, vertelt ze. “Volgens hen zou de spouwmuur geïsoleerd zijn, maar daar was weinig van te merken. Vooral de gang was echt vreselijk koud. We kwamen hier in december wonen, dus dan voel je dat wel.”

Benedenverdieping

Zo kwam isolatie bovenaan het prioriteitenlijstje, in combinatie met de verbouwing van de benedenverdieping. “Er was een hele smalle keuken en een ondiepe serre. Die ruimtes wilden we allebei verbinden met de woonkamer. Bram brengt, tussen het koken door, een telefoon met foto’s van de gestripte woonkamer. “Moet je zien”, zegt Tjitske, “Die inbouwkasten bleken helemaal nergens op te rusten. En die paal hier, die stutte zo’n beetje het hele huis. Die hebben we meteen laten verbreden.”

Begin 2021, nog volop in coronatijd, viel het niet mee om een aannemer te vinden. Via een goede vriend van Tjitske vonden ze een Limburgse aannemer met Poolse werknemers die het wel prima vonden om een paar weken in het vakantiehuisje te bivakkeren dat Tjitske en Bram voor hen huurden. Zelf gingen ze tijdens de verbouwing ook naar een vakantiepark met de kinderen. “Het was midden in de winter, de verwarming moest eraf, dan kun je hier niet blijven wonen. En zo’n vakantiehuisje was ook helemaal prima.”

 

“Deze aannemer maakt er echt een sport van om overal zo energieneutraal mogelijk te bouwen

 

Zo duurzaam mogelijk

De ondiepe kruipruimte werd gevuld met ‘speciaal zand’, omtimmerd met EPS isolatieplaten. Daarbovenop kwam vloerverwarming op de hele benedenverdieping, óók in de koude gang. De spouwmuurisolatie werd bijgevuld. Dubbel glas was er al, het glas-in-lood vonden ze te mooi om te vervangen.

“Deze aannemer maakt er echt een sport van om overal zo energieneutraal mogelijk te bouwen”, vertelt Tjitske. “We hadden het op een gegeven moment over een afzuigkap met een afvoer naar buiten, maar toen zei de aannemer: ‘Dat moet je niet doen! Sta ik hier de boel te isoleren, wil jij gewoon een pijp naar buiten aanleggen!’ Nu hebben we een inductiefornuis met een ingebouwd afzuigsysteem. “Daar moest ik eerst erg aan wennen”, zegt Bram vanuit de keuken. “Maar het werkt wel.” “Eigenlijk wilde hij liever gewoon gas”, lacht Tjitske, “Bram heeft een enorme passie voor koken. Maar deze generatie inductiefornuizen werkt gelukkig net zo fijn.”

Bewuste keuzes

Duurzaamheid speelt vooral voor Tjitske een belangrijke rol. In de VS werkte ze in het vastgoed; terug in Nederland zocht ze bewust een werkkring waarin geld níet de belangrijkste waarde was. Zo belandde ze bij Dopper en deed ze de bouwbegeleiding van Oceans, de duurzame hub in Haarlem. Ook haar eigen huis wil ze graag zo duurzaam mogelijk maken. De volgende stap zijn zonnepanelen en een warmtepomp, liefst in combinatie geïnstalleerd door een en hetzelfde bedrijf. “Die aansluiting is heel belangrijk, dus je hebt iemand nodig die van allebei verstand heeft.”

Wanneer de volgende stap gepland staat? “Hoe sneller hoe beter”, antwoordt Tjitske stellig. “Hoewel… het lastige vind ik wel dat zonnepanelen nog niet goed te recyclen zijn. Dan zie ik een wereld voor me waarin het rijke westen eerst de daken volgooit met panelen, die dan later in Afrika op een grote afvalberg belanden. Willen we dat? Wat dat betreft zou ik het liefst eerst afwachten tot daar een betere oplossing voor is. Waarom duurt dat zo lang? En tegelijkertijd: energie besparen is nú belangrijk. Ik vind dat een lastige afweging.”

Lees ook: