Gedeputeerde Edward Stigter pakte zijn huis helemaal in

Van een hoofdonderwijzerswoning uit 1860 kun je ook haast niet anders verwachten: zo’n huis tocht en is amper warm te stoken. Toen Edward Stigter, gedeputeerde voor klimaat en energie bij onze provincie, negen jaar geleden in Vogelenzang kwam wonen, besloot hij dan ook drastische maatregelen te nemen.

“Dat ik fors heb ingezet op isolatie, was in de eerste plaats uit milieuoverwegingen”, vertelt hij. “Van huis uit ben ik milieukundige en ik ben altijd actief geweest voor het milieu. Maar ook al mik je vooral op energiebesparing, je merkt het natuurlijk ook in de kosten. Onze energierekening is de helft van die van de vorige bewoners.”

Een groot voordeel van ‘verbouwen bij aankomst’, is dat je het groots kunt aanpakken. “Er moest wel het nodige gebeuren”, zegt Edward. “Het huis had weliswaar een groot robuust casco met dikke muren, maar alle ramen hadden nog enkel glas en er was nauwelijks geïsoleerd. Terwijl het huis vrijstaand is en pal op de wind ligt.”

Wel een normale gasketel

Edward nam een architect in de arm als coördinerend opdrachtgever: “Het was het begin van de bouwcrisis, toen waren die nog te krijgen”, zegt hij. Deze man kreeg de opdracht de woning zo energiezuinig mogelijk te maken.

“Feitelijk is het hele huis van binnen van een tweede laag voorzien: de vloer en het dak zijn geïsoleerd, we hebben rondom voorzetwanden geplaatst en alle ramen zijn van HR++ glas voorzien. We hebben wel een normale gasketel moeten nemen, want door de monumentale status van de woning kregen we geen toestemming van de gemeente om zonnepanelen te plaatsen. Maar inmiddels zijn gemeentes daar wat genuanceerder over gaan denken, dus wie weet probeer ik het nog wel een keer.”

Isoleren, dan ook ventileren

De grondige isolatie was eigenlijk tegen het advies van de aannemer in. “Die zei: ‘je krijgt vochtproblemen.’ Om die reden hebben we tegelijkertijd een goed ventilatiesysteem laten aanleggen. Dat is ook echt nodig als je je huis isoleert, anders gaat de leefkwaliteit van je woning achteruit. Je moet blijven zorgen voor voldoende luchtcirculatie. Bij ons is isolatie en ventilatie nu goed in balans.”

 

“Vanwege de monumentale status mochten we geen zonnepanelen plaatsen.
Inmiddels zijn gemeentes daar wat genuanceerder over gaan denken,
dus wie weet probeer ik het nog wel een keer.”

 

Installaties medebepalend voor de bouw

Tijdens de verbouwing besloot de bouwcoördinator te wisselen van installateur, herinnert Edward zich: “Het lukte de oorspronkelijke installateur niet om het gevraagde niveau van energiezuinigheid te bereiken. Er is op dat vlak de laatste jaren natuurlijk enorm veel veranderd. Vroeger had je aan de ene kant de bouwvakkers en aan de andere kant de loodgieters en installateurs. Dat waren compleet gescheiden werelden. Je bouwde eerst een huis en de ketel was een sluitpost. Nu bepalen de installaties die je kiest sterk hoe de bouw eruitziet; aannemers weten meer van installaties en installateurs meer van de bouw.”

Bestuurders, vraag eens een vergunning aan

Zijn ervaringen met de verbouwing van zijn huis gebruikte Edward geregeld in zijn vorige baan, als directeur beleid bij de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG). “Ik raad iedere bestuurder aan om gebruik te maken van de eigen ervaringen”, zegt hij daarover. “Zelf heb ik destijds het aanvragen van vergunningen als buitengewoon stroperig ervaren. Het is handig om zoiets zelf te ondervinden, dan kun je daar meer mee.”

Duurzaamheid in de provincie

In hoeverre maakt Edward zich in de provincie sterk voor de verduurzaming van woningen? Hij heeft tenslotte klimaat & energie in zijn portefeuille. “In de provincie zit je beleidsmatig natuurlijk verder af van de gebouwde omgeving. Dat ligt op het bordje van de gemeentes. Maar we ondersteunen hen bij het verwezenlijken van hun klimaatambities. En die zijn stevig. Zelf houd ik me vanuit de provincie momenteel vooral bezig met het vinden van locaties voor windmolens, zonnevelden en andere vormen van duurzame energie. We gaan nu echt naar de uitvoering; de tijd van praten is voorbij. Je hebt allebei nodig, maar van dóen word ik persoonlijk wel blijer.”

 

Lees ook: