Home » Zelf stappen zetten
Welke slimme stappen kan ik zetten?
Een lagere energierekening en een comfortabeler huis bereikt u door uw woning te verbeteren, zelf energie op te wekken en slimmer met energie om te gaan. En dat hoeft niet altijd gepaard te gaan met een uitgebreide verbouwing. Hieronder vindt u een overzicht van de stappen die u zelf kunt nemen.
Woning verbeteren
Een woning verbeteren kan op veel manieren. Maar hier, bij Bloemendaal zet Stappen, besteden we aandacht aan woningverbeteringen die leiden tot besparingen. Door deze maatregelen krijgt u een lagere energierekening en een lagere CO2-uitstoot. Uw huis wordt toekomstbestendig en u draagt bij aan een beter klimaat.
Geen geld, tijd of zin om grote investeringen doen? Ook met kleine ingrepen die niet veel kosten kunt u al meer besparen dan u denkt, zeker op de langere termijn. Want een jaarlijkse besparing van een paar tientjes telt in de loop van de tijd op tot een besparing van een paar honderd euro. En wat die ecologische voetafdruk betreft: ook daarvoor geldt dat je met veel kleine stappen een heel eind komt.
Laaghangend fruit, zo worden makkelijke maatregelen met een groot effect wel genoemd. Het plaatsen van tochtstrips is daar een schoolvoorbeeld van. Die kier bij de voordeur, dat koude randje onder de vensterbank, dat oude zolderraampje: misschien neemt u zich al lang voor om er eens iets aan te doen.
Onze tip: doe het gewoon! Bij iedere bouwmarkt zijn tochtprofielen, tochtstrips en tochtband te koop. Een kleine investering voor een lagere energierekening en een comfortabeler huis. Tochtwering is eenvoudig te monteren, maar om de kieren goed te dichten is wel enige zorgvuldigheid vereist. Op de website van bouwmarkten (wij noemen geen namen) zijn vaak handige tips voor de montage te vinden.
Nog een tip uit de categorie ‘kleine moeite, groot plezier’. Het is wel even passen, meten en knippen, maar daarmee pakt de energierekening jaarlijks vele tientjes lager uit. De radiatorfolie wordt achterop de radiator aangebracht en houdt daar de warmte tegen die anders naar buiten uitstraalt. Dat kan oplopen tot 96 procent van de totale hoeveelheid warmte. Zeker als u slecht geïsoleerde buitenmuren hebt, loopt de besparing flink op. De folie is (al dan niet online) te koop bij bouwmarkten, warmtespecialisten of duurzame warenhuizen. De aanbieders geven online vaak goeie tips voor het aanbrengen van de folie.
Wie (nog) niet kan of wil investeren in andere warmtebronnen, zoals zonne-energie of een warmtepomp, kan ook energie besparen door de huidige cv-installatie optimaal te benutten. Het isoleren van leidingen die van de ketel naar de radiator lopen zorgt ervoor dat onderweg minder warmte verloren gaat en het water dus langer warmte kan afgeven in de radiatoren. Het materiaal is goedkoop, supersimpel aan te brengen en levert toch mooi weer een paar tientjes per jaar aan besparing op. Verkrijgbaar bij de bouwmarkt of warmtespecialist.
Een douchekop is misschien niet het eerste waar u aan denkt wanneer het gaat over een energiezuiniger woning. Maar het helpt wel degelijk! Volgens Milieu Centraal wordt 80 procent van het warme water in een gemiddeld huishouden gebruikt om te douchen. Omdat warm water het milieu ruim 50 keer zoveel belast als koud water, zet een spaardouchekop echt wel zoden aan de dijk. Het douchen wordt er niet minder plezierig door, maar een douchekop bespaart 20 procent op water- en energiegebruik ten opzichte van een standaard douchekop en zelfs 60 procent vergeleken met een regendouche.
Lees hier meer bespaartips voor in de badkamer.
Ook Bloemendaal moet in 2050 van het gas af zijn. Dat betekent anders verwarmen, maar ook anders koken. De klassieke elektrische kookplaten met gietijzeren verwarmingselementen zijn goedkoop, maar niet meer van deze tijd. Ze zijn niet energiezuinig en niet gebruiksvriendelijk, doordat de platen langzaam opwarmen en afkoelen. Beide nadelen gelden in mindere mate nog steeds voor keramische kookplaten. Inductiekookplaten zijn duurder in de aanschaf, maar wel gebruiksvriendelijker en energiezuiniger.
Lees hier waar u rekening mee moet houden wanneer u wilt overstappen op inductie.
Heeft u nog ramen of deuren met ‘gewoon’ dubbel glas of zelfs ouderwets enkel glas? Zonde! Met HR++ glas (dubbel glas met twee isolatielagen) en triple glas (drie isolatielagen) blijft de warmte in huis, woont u veel comfortabeler en gaat de energierekening merkbaar omlaag. Ook voor monumentenpanden en glas-in-loodramen zijn duurzamere alternatieven voorhanden, dus dat argument verklaren we ongeldig.
De besparing door glasisolatie kan voor een gemiddelde tussenwoning oplopen tot wel 300 euro per jaar. Prettige bijkomstigheid: het laten vervangen van ramen en/of kozijnen kost minder tijd dan u denkt en geeft weinig rommel in huis. Kijk voor meer informatie bijvoorbeeld op Isolatieglaswijzer.
De meeste daken zijn maar matig geïsoleerd. Een goede dakisolatie kan jaarlijks honderden euro’s besparing opleveren, doordat er minder warmte verloren gaat. In huizen met een ‘koude kap’ (een onverwarmde zolder) kan isolatie van de zoldervloer tot een flinke besparing leiden.
De beste aanpak is afhankelijk van het soort woning, het soort dak en de mate waarin u gebruik maakt van de zolder. Klik hier voor advies op maat over dakisolatie. Tegenwoordig hoor je steeds vaker over groene daken. Die zijn mooi en helpen wateroverlast in de buurt te beperken, maar als isolatielaag zijn (vet)planten op het dak onvoldoende.
De ruimte tussen de dubbele buitenmuren noemen we de spouw. Bij veel woningen die voor 1980 gebouwd zijn, zit in die tussenruimte geen of te weinig isolatiemateriaal, waardoor veel warmte verloren gaat. Voor spouwmuurisolatie moet u echt een gespecialiseerd bedrijf inschakelen: dit is geen klus voor de doe-het-zelver. Hiermee bespaart u tot wel 30 procent op de energierekening.
De ingreep is relatief goedkoop (zo’n 800 euro voor een tussenwoning), zodat deze maatregel zich in gemiddeld drie jaar terug verdient. Voor oude huizen met een te nauwe, of zelfs helemaal geen spouw, kunnen andere vormen van gevelisolatie uitkomt bieden. Klik hier voor advies op maat.
Koud optrekkende vloeren zijn heel oncomfortabel. Vloerisolatie brengt daar verandering in. En het levert een besparing op van al gauw 250 euro per jaar op de energierekening. Zit er onder uw huis een kruipruimte van 35 centimeter of meer? Dan kan de isolatie aan de onderkant van de vloer worden aangebracht Zo niet, dan kan de bodem van de kruipruimte worden geïsoleerd, of de vloer van bovenaf.
Een doorgewinterde klusser met twee rechterhanden kan flink wat geld besparen door de vloerisolatie zelf uit te voeren. Het is dan wel van belang dat u goed weet wat u doet. Lees hier meer over een goede materiaalkeuze en aanpak.
Lage-temperatuurverwarming (LTV) is een verzamelnaam voor systemen die werken met een aanvoertemperatuur van verwarmingswater van maximaal 55 graden Celsius. Vloerverwarming is daarvan het meest bekend. En wat is er lekkerder dan de hele dag comfortabel warme voeten? Bovendien is het energiezuiniger dan klassieke verwarmingssytemen en zorgt het voor een gezonder binnenklimaat doordat er minder warme lucht hoeft te circuleren.
Lage-temperatuurverwarming kan worden aangesloten op de meeste HR-ketels, op een warmtepomp of stadsverwarming. Naast vloerverwarming bestaan er ook LTV-systemen voor radiatoren, convectoren en zelfs wandverwarming. Klik hier voor tips en aandachtspunten rondom LTV.
Energie opwekken
Op, onder of vlakbij uw eigen woning energie opwekken heeft de toekomst. Net als participeren in een lokaal energie-alternatief. Wat een paar jaar geleden nog een groene hobby was van een selecte groep koplopers, wordt steeds eenvoudiger, en daardoor – heel toepasselijk- mainstream. Warmte en elektriciteit uit zon en wind, bodem en lucht: duurzamer wordt het niet. Want wat er ook gebeurt, deze energiebronnen raken nooit ‘op’.
Aanvankelijk vergt het even een investering, maar de terugverdientijd is steeds korter geworden door de stijgende prijzen van olie en gas en de dalende prijzen van panelen en pompen. Geen zin in ‘dat gedoe’ en toch liever groene energie? Er zijn natuurlijk duurzame energieleveranciers, maar een stukje windmolen of zonnedak kopen heeft ook wel iets.
Vijf tot tien jaar geleden was het nog een uitzondering: nu liggen zonnepanelen op steeds meer daken. Logisch, want de kosten zijn de afgelopen jaren met zo’n 25 procent gedaald en de btw wordt betaald door de Belastingdienst. Steeds meer woningeigenaren zien hun elektriciteitsmeter gestaag teruglopen als de zon schijnt: kassa! En ook onder een Hollands wolkendek leveren panelen ook nog steeds stroom.
Op het zonnepanelenportaal van Milieu Centraal vindt u antwoorden op vragen als: is mijn dak geschikt voor panelen? Wat kosten ze en wat leveren ze op? Waar moet ik op letten bij de aanschaf? Het kan voordelig zijn om deel te nemen aan gezamenlijke inkoopacties, bijvoorbeeld via Huizenaanpak of Vereniging Eigen Huis.
Wie zelf geen panelen op het dak wil of kan, maar toch wil profiteren van ‘eigen zonnestroom’, kan participeren in een ‘gemeenschappelijk dak’, zoals bijvoorbeeld op het Nova College aan de Zijlweg, een project van Kennemerenergie. Deelnemers aan dergelijke projecten betalen geen energiebelasting over de stroom die wordt opgewekt en krijgen een vergoeding voor de geproduceerde stroom.
U kunt er ook voor kiezen om zelf een initiatief te starten voor een gezamenlijk zonnedak. Organisaties als Hier Opgewekt ondersteunen u daarbij.
Een zonneboiler bestaat uit twee delen: een zonnecollector op het dak vangt het zonlicht op en zet deze om in elektriciteit. Met deze zonnestroom wordt water verwarmd, dat vervolgens in een vat wordt opgeslagen. Hiermee bespaart u bijna de helft op uw energieverbruik voor warm water. In de zomer is een zonneboiler vrijwel voldoende voor de warmwatervoorziening; in de winter springt de combiketel of warmtepomp bij.
Tot 2021 subsidieert het Rijk de aanschaf van een zonneboiler via de Investeringssubsidie duurzame energie (ISDE), tot maximaal 2.000 euro. Zonverwarmd water wordt daarmee nog aantrekkelijker.
Voor wie een klein dak heeft, of een dak waarvan maar een beperkt deel geschikt is voor zonnepanelen, kunnen hybride zonnepanelen uitkomst bieden. Dit type panelen, ook wel PVT (Photo Voltaïsch Thermisch) panelen genoemd, levert zowel elektriciteit als warm water. Ze zijn duurder in de aanschaf, maar leveren het hele jaar door 5 tot 10 procent meer elektriciteit dan ‘traditionele’ panelen. De totale energieopbrengst (stroom en warmte) is ongeveer 40 procent meer dan die van een standaard paneel. Hier vindt u meer informatie.
Op weg naar een aardgasvrije woning kan een hybride warmtepomp een mooie tussenstap zijn. Dit type warmtepomp kan vaak functioneren met bestaande radiatoren en wordt gekoppeld aan de cv-ketel, zodat deze bij kan springen als het buiten heel koud is.
Omdat het niet de bedoeling is dat de cv ook aanslaat wanneer de buitentemperatuur nog helemaal niet zo laag is, is een redelijke mate van isolatie rondom een vereiste. Dat betekent in elk geval spouwmuurisolatie, redelijke vloer- en dakisolatie (van 5-7 centimeter) en ‘gewoon’ dubbel glas. Klik hier om te zien of uw huis klaar is voor een warmtepomp.
Sommige warmtepompen gebruiken lucht als warmtebron, andere halen warmte uit de bodem of het grondwater. Omdat warmtepompen werken met een verwarmingstemperatuur van maximaal 45 tot 55 graden, is een optimale isolatie een absolute voorwaarde om ‘helemaal elektrisch te gaan’.
Heeft u goede dak- en vloerisolatie, een gevulde spouwmuur en minstens HR++ glas in de ruimtes die worden verwarmd, dan is een volledige elektrische warmtepomp een heel klimaatbewuste optie: de CO2- uitstoot voor verwarming wordt hiermee 35 tot 50 procent lager. De investeringskosten zijn echter aanzienlijk, in verhouding tot de besparing op de energierekening. Hier leest u er meer over, ook over de subsidiemogelijkheden.
Net zoals u kunt participeren in een zonnedak, kunt u dat ook in een windmolen. De stroomopbrengst wordt dan verrekend met uw verbruik, met uitzondering van de btw. Ook de energiebelasting pakt lager uit. Om lid te worden van een windmolencoöperatie is het vaak een voorwaarde dat alle deelnemers klant zijn bij dezelfde energieleverancier.
Een coöperatie in de buurt van onze regio is Meerwind, in de Haarlemmermeer. Maar participeren kan ook via een landelijke organisatie als De Windcentrale. En wie weet kunt u in de toekomst participeren in een windmolenpark voor onze kust.
Slimmer met energie omgaan
Het leuke van de meeste van deze tips is dat ze niks kosten. Sommige tips vergen een eenmalige investering, die u vaak relatief snel terugverdient door de energiebesparing die ze opleveren. Er zijn dus geen goede redenen te bedenken om onderstaande adviezen niet op z’n minst even door te nemen.
Een paar open deuren noemen we hier niet eens, zoals bijvoorbeeld ramen en buitendeuren sluiten wanneer het koud is en er niet gelucht hoeft te worden. Dat doet u natuurlijk al. Maar ook het sluiten van de binnendeuren levert een besparing op: dan hoeft u alleen de ruimte(s) te verwarmen waar u bent. Zo simpel kan het zijn.
Wanneer u de thermostaat één graad lager zet dan u gewend bent, bespaart u al gauw 90 euro per jaar. Voor wie bezig is, is 19 graden vaak warm genoeg. Zit u veel, dan kan een warm vest en een paar lekkere sloffen die ene graad vaak wel compenseren. Is er overdag niemand thuis, dan is het een kleine moeite om ook overdag de temperatuur in te stellen op een graad of 15. Net als ’s nachts.
Voor vloerverwarming geldt dat overigens niet; wanneer deze lager dan 17 of 18 graden staat, duurt het opwarmen erg lang. Slaap- of logeerkamers hoeven ook niet per se verwarmd te worden. En als u een uur voor u naar bed gaat de thermostaat al op de nachtstand zet, bespaart u nog eens extra, zonder bibberend onder de dekens te hoeven kruipen.
Met een klokthermostaat kunt u vooraf instellen wanneer de verwarming aan- en uitgaat. Een slimme thermostaat doet dit ‘automatisch’: de klok hoeft niet meer handmatig geprogrammeerd te worden en de verwarming kan via de smartphone op afstand worden bediend. Sommige thermostaten lezen de meterstanden van de slimme meter automatisch uit en geven zo inzicht in uw energieverbruik. Wie uit zichzelf al zuinig verwarmt, kan met een gewone klokthermostaat prima uit de voeten. Een slimme thermostaat biedt wel wat meer gebruiksgemak.
Met thermostaatknoppen of radiatorkranen is de temperatuur per kamer te regelen. Ze zijn maar een paar euro duurder dan standaardknoppen, dus die investering is snel terugverdiend.
Oudere cv-ketels verwarmen het water voor de radiatoren tot wel 90 graden; bij modernere ketels is de maximale aanvoertemperatuur 80 graden. Dat kost veel gas en leidt tot hoge energiekosten en CO2-uitstoot. In een redelijk tot goed geïsoleerd huis is 60 of 70 graden voldoende om uw woonkamer comfortabel warm te maken. Een huis met (zeer) goede isolatie is zelfs met een watertemperatuur van 35 tot 55 graden warm te krijgen. Dat scheelt aanzienlijk in de kosten en is ook nog eens beter voor het milieu. Bij moderne ketels is de temperatuur van het verwarmingswater vaak eenvoudig zelf in te stellen.
De watertemperatuur van een combiketel die ook warm water levert, kan terug naar 60 graden, maar niet lager, vanwege risico op legionellabesmetting. Wanneer u radiatoren en convectoren regelmatig stofvrij maakt, heeft u een gezonder binnenklimaat en geven de radiatoren beter warmte af.
Hoewel ventilatie onvermijdelijk energie kost, doordat warme lucht het huis verlaat en frisse buitenlucht binnenkomt, is het een voorwaarde voor een goede gezondheid. Wat ons betreft is hier dus geen sprake van energieverspilling. De beste manier om de lucht in huis gezond te houden is door te zorgen voor voortdurende luchtverversing, dag en nacht, in alle jaargetijden.
Ventileren betekent continu frisse lucht aanvoeren én vervuilde lucht afvoeren. Dat is niet hetzelfde als luchten, waarbij het effect zodra het raam dicht gaat de vervuiling zich weer snel zal ophopen. De meeste huizen hebben geen mechanisch ventilatiesysteem. De eenvoudigste manier van ventileren is dan door continu een raam op een kier, of ventilatieroosters open te houden. Doe hier de ventilatiecheck.
Sinds 2012 is de verkoop van gloeilampen verboden; sinds vorig jaar die van halogeenlampen. Toch branden er in een gemiddeld Nederlands huishouden nog 11 gloeilampen en 13 halogeenlampen. Een ledlamp verbruikt 85 procent minder stroom dan een gloeilamp en 75 procent minder dan een halogeenlamp.
Ledlampen zijn relatief duur, maar door de lagere stroomkosten verdient de aanschaf zich gemiddeld binnen 5 jaar terug. En dan heeft de ledlamp nog heel wat branduren voor de boeg: ze gaan 25 keer langer mee dan een gloeilamp die dezelfde hoeveelheid licht produceert en 4 keer zo lang als een spaarlamp (CFL.) Laatstgenoemde zijn bijna net zo zuinig als ledlampen, maar heeft wel nadelen: een spaarlamp moet eerst ‘op gang komen’ en doet het slecht bij kou. Ook gaat een spaarlamp eerder stuk bij vaak aan- en uitschakelen.
Hier vindt u een handige keuzehulp voor de juiste ledlamp.
Sommige apparaten gebruiken ook stroom als ze op stand-by staan, of zelfs op 'uit'. Gemiddeld kost dit ‘sluipverbruik’ een huishouden zo’n 100 euro per jaar. Driekwart hiervan is te vermijden door de apparaten echt uit te zetten. Soms kan dat met een uitknop, maar voor televisies, computers, transformatoren en (andere) apparaten met veel elektronica moet echt de stekker eruit.
Het helpt om de stekkers van bijvoorbeeld de computer met randapparatuur of de tv met dvd-speler in een contactdoos met een aan/uit-schakelaar te doen. Na gebruik kunt u dan de hele stekkerdoos uitschakelen. Bij halogeenlampen voorkomt een schakelaar tussen de transformator en het stopcontact dat deze na uitschakelen nog stroom verbruikt.
Moderne huishoudelijke apparatuur gebruikt een stuk minder energie dan oudere exemplaren. Zuinige apparaten (met energielabel A+++ of A++) zijn meestal duurder, maar vaak verdien je het verschil terug doordat ze (veel) minder stroom gebruiken. Maar let op: voor koelkasten, vriezers, vaatwassers en wasmachines is A+ tegenwoordig het minimum label op de markt. Daarmee kiest u dus niet voor de meest duurzame optie.
U bespaart ook energie door simpelweg een kleinere koelkast of televisie te kopen en door uw apparatuur efficiënt te gebruiken en daarna uit te zetten. Hier vindt u een overzicht van grote energieslurpers waar u misschien best zonder kunt.
Wasmachines uit 2012 of jonger hebben altijd een eco-programma. Dat programma doet er weliswaar langer over, maar gebruikt toch zo’n 30 procent minder energie. Voor het meeste wasgoed is het ook helemaal niet nodig om op 40 of 60 graden te wassen. Wanneer de was niet bijzonder vies is, wordt het op 30 graden even schoon.
Voor de hygiëne is het wel verstandig om bijvoorbeeld babykleding en vaatdoekjes op 60 graden te wassen. Zorg ervoor dat de trommel helemaal gevuld is; het is zonde van de energie om de machine al aan te zetten terwijl er best nog wat bij kan. En tenslotte: wanneer u de was ‘ouderwets’ aan de lijn hangt, bespaart u niet alleen op uw energierekening, maar uw kleding, beddengoed en handdoeken gaan een stuk langer mee.
Meer natuur rondom huis en in de buurt
Bloemendaal is een groene gemeente die rijk is aan verschillende landschappen, tuinen, groene woonwijken en mooie landgoederen. Met de biodiversiteit in Bloemendaal zit het wel goed, zou je denken. Voor een deel is dat waar. Maar er zijn ook ontwikkelingen die de biodiversiteit in onze gemeente bedreigen. Als we niks doen zou de biodiversiteit ook in onze gemeente kunnen verslechteren. Met de volgende tips kunt u zelf een positieve bijdrage leveren.
Insecten bestuiven bloemen en planten en zorgen zo deels voor de voortplanting van de flora. En de insecten trekken ook weer dieren die insecten eten. Maak van uw tuin tot een aantrekkelijke plek voor insecten met de plaatsing van een insectenhotel.
Haal de tegels uit je tuin en zet hem vol met vlinder- en bijvriendelijke planten. Dat is niet alleen een mooier om naar te kijken want op die manier kunt u ervoor zorgen dat bij hevige regenval de kans op wateroverlast beperkt blijft. Tegels voorkomen namelijk dat regenwaters makkelijk in de grond verdwijnt. En de planten die ervoor in de plaats komen verminderen hittestress tijdens hete dagen. Bloemendaal doet daarom mee aan Steenbreek en uw tegels kunt u gewoon inleveren bij de milieustraat.
Bloemendaal wil het liefs exoten, dus niet inheemse soorten, woekerende planten en plaagsoorten buiten de deur houden. Die kunnen namelijk voor overlast zorgen en de biodiversiteit in onze gemeente negatief beïnvloeden. Daar kunt u zelf een bijdrage aan leveren door in uw eigen tuin op uw balkon voor inheemse soorten te kiezen. Uw tuincentrum kan u vertellen welke dit zijn. Kijk hier welke planten wij aanraden!
Elke vierkante meter steen die we vervangen door groen en planten helpen de natuur. Door een boomspiegel te adopteren en hier (inheemse) planten in te zetten, levert u een bijdrage en maakt u tegelijkertijd uw straat een stukje mooier.