Bedenk waar je de planten wilt zetten. Succes hangt af van de juiste plant op de juiste plek. Hieronder vind je informatie over de individuele planten om je te helpen met bepalen wat je waar gaat zetten.
Moeten ze in de zon of schaduw staan, hebben ze arme of juist humusrijke grond nodig, kunnen ze tegen droogte of vocht, hoe hoog worden ze en wanneer bloeien ze? Zet de planten eerst met pot en al op de plek die je voor ogen hebt om te zorgen dat je een mooie afwisseling van bladsoorten hebt. Dan ziet je tuin er ook leuk uit als de planten niet in bloei staan. Als je tevreden bent ga je planten.
Het planten
Breng compost aan en meng dat met de tuingrond, eventueel ook in het plantgat. Graaf een ruim gat, dompel de plant met pot en al onder in een emmer water, haal de plant uit de pot, maak eventuele wortels rondom de kluit los en zet de plant net zo diep in de grond als hij in de pot stond. Zorg dat de plan de eerste tijd voldoende water heeft en houd dat ook in de gaten in droge periodes.
Onderhoud
Onderhoud je tuin door onkruid weg te halen. Gooi In de herfst wat blad tussen de planten en knip alleen de uitgebloeide bloemen af die je niet mooi vindt. In maart knip je de rest af. Sommige planten blijven ’s winters te zien, anderen lijken verdwenen te zijn. Wacht rustig af of tot ze weer boven komen, voordat je ze vervangt door andere planten.
Planten die we aanraden
Wilt u een echte bijdrage leveren aan de biodiversiteit in uw omgeving, kies dan voor zogenoemde inheemse soorten. Dat zijn planten die van nature al eeuwen in de omgeving voorkomen en zich optimaal aan de bodem en de omstandigheden hebben aangepast. Ook insecten zijn hierbij het meest gebaat, omdat zij zich in deze soorten hebben ‘gespecialiseerd’. Lees hier meer over inheemse planten.
Deze bruinbladige zenegroen staat het liefst op een zonnige plek in en wordt vaak als bodembedekker gebruikt omdat hij maximaal 15 centimeter hoog wordt. Hij bloeit van mei tot juli met prachtige blauwe bloemen en het blad wordt in de winter mooi groenbruin. De bodem moet niet te droog zijn.
Het blad van deze vrouwenmantel is grijsgroen en waaiervormig. ’s Morgens zitten er vaak prachtige dauwdruppels op. De gele bloemen in hangende pluimen bloeien van mei tot september. Als je ze na de bloei afknipt gaat de plant vaak opnieuw bloeien. De plant wordt 30 tot 40 cm hoog en staat het liefst in de zon of halfschaduw. Het is een ideale randplant..
Dit is een bodembedekkende groenblijvende plant met mooi blad voor zon of schaduw. De roze bloemen verschijnen in april en mei. Hij heeft het liefst een wat vochtige bodem, maar kan best wat droogte hebben. Knip zwart geworden blad regelmatig weg. Na een paar jaar, als de dikke wortels bovenkomen, moet je hem opnemen, scheuren en diep terugplanten.
Dit wintergroene gestreepte siergras voelt zich zowel in de zon thuis als in de schaduw. Het is een ideale bodembedekker die zich snel uitbreidt en het hele jaar mooi is. In het voorjaar verschijnen er stengels met bruine borsteltjes. Hij is heel sterk en stelt weinig eisen aan de grondsoort. Als er na de winter witte uiteinden zijn kan het gras teruggeknipt worden. De plant wordt 30 tot 40 cm hoog.
Dit is een half-wintergroene bodembedekker met aromatisch blad. In mei, juni en juli bloeit hij met roze bloempjes. In het najaar krijgt het oudere blad een rode kleur. Hij kan zowel in de (half)zon als in de schaduw staan op een goede tuingrond die voldoende luchtig is.
Deze aantrekkelijke bodembedekker met grijs blad bloeit van mei t/m augustus met witte bloemen. Het is een ideale randplant voor een droge, warme en zonnige plek in een goed doorlatende grond. Het zonneroosje wordt 15 tot 20 cm hoog.
Dit is een lavendelsoort met witte bloemen die lekker ruiken en bijen, hommels en vlinders aantrekken. Hij bloeit van juni tot augustus op een zonnige plek en wordt ongeveer 50 cm hoog. Lavendel kan goed tegen droogte maar slecht tegen vorst. Knip na de bloei de uitgebloeide bloemen weg. In maart snoei je de plant nog tot ongeveer 15 cm terug, maar niet te ver in het oude hout. Als je hem niet snoeit wordt hij kaal van onderen.
Dit is een echte bijenplant. Hij bloeit van mei tot augustus met paarsblauwe, trosvormige bloemen en verlangt een zonnige plek in een goed doorlatende bodem. Kattenkruid kan goed tegen droogte. De specifieke geur kan katten aantrekken. De plant is goed vorstbestendig maar verdwijnt in de winter onder de grond. Als je aan het eind van de bloei de bloemtrossen wegknipt kan er een tweede bloei komen. De plant wordt 30 tot 50 cm hoog.
Lampenpoetsersgras is een donkergroen siergras dat van augustus tot oktober bloeit met pluimen tot 60 cm hoogte die op lampenpoetsers of flessenborstels lijken. In de herfst wordt het blad geel, later bijna wit. Het verlangt een zonnige standplaats in een voedselrijke maar goed doorlatende grond. In het voorjaar, als er nieuw groen gras tevoorschijn komt, knip je het oude gras weg tot op de grond.
Deze opvallende plant bloeit van mei tot september met lichtgele bloemen die in kransen om de stengels staan. Hij wordt 80 tot 100 cm hoog en staat het liefst op een zonnige warme plek in een waterdoorlatende bodem. Na de bloei blijven de knoppen van de uitgebloeide bloemen aantrekkelijk voor insecten. Het blad blijft in milde winters groen.
Dit is een gemakkelijke plant die van juli tot september uitbundig bloeit met prachtige donkergele bloemen met een donkerbruin hartje. Ook na de bloei blijft de plant nog lang aantrekkelijk. Het groene blad blijft ook in de winter te zien en breidt zich snel uit. Rudbeckia verlangt een zonnige standplaats met een waterdoorlatende bodem. De plant kan 80 tot 100 cm hoog worden en trekt veel hommels en bijen.
Deze oersterke hemelsleutel groeit het liefst in de zon of halfschaduw. Hij is het hele jaar mooi. De platte bloemschermen verkleuren van groen naar rood tot roodbruin in de periode augustus tot oktober. Ook na de bloei blijft hij mooi met een bruin wintersilhouet. De plant wordt zo’n 50 cm hoog en trekt veel vlinders, bijen en hommels.
Deze plant staat het liefst in de zon op een arme bodem die niet te vochtig is. Hij trekt veel bijen, vlinders en andere insecten. De lichtroze bloemen verschijnen in juli en augustus en worden ongeveer 50 cm hoog. Bij extreme droogte heeft hij toch wel wat water nodig.
Vinca minor is een sterke wintergroene bodembedekker met donkergroene blaadjes en mooie blauwe bloemen in het voege voorjaar. De plant is geschikt voor iedere standplaats. Hij staat het liefst in de (half)schaduw, maar geeft meer bloemen als hij in de zon staat. Maagdenpalm heeft een voorkeur voor een vochtige, humusrijke bodem en breidt zich snel uit met ondergrondse uitlopers, waardoor onkruid onderdrukt wordt. Hij wordt maar 10 cm hoog.
Dit is een sterke en gemakkelijke wintergroene bodembedekker die in april en mei bloeit met gele bloempjes. Hij kan zowel in de zon als in de schaduw staan en vraagt een normale maar humusrijke bodem. Hij breidt zich uit met nieuwe groene uitlopers en vormt snel een tapijt waar geen onkruid meer bij kan. Als hij in de zon staat heeft hij bij extreme droogte wel regelmatig water nodig.
Dit is een forse, sterke plant met groot blad en hoge rode aren van 70-100 cm hoog die bloeien van juli tot oktober. Als je ze na de eerste bloei wegknipt komt er een tweede, wat lagere bloei. De plant staat het liefst in de volle zon of lichte schaduw en verlangt een normale tot vochtige tuingrond. De plant trekt veel bijen aan en breidt zich snel uit tot een aantrekkelijke groep. In de herfst sterven de stengels af en vallen ze om. Dan knip je ze af. Let op, verwar deze plant niet met de "Japanse duizendknoop". Deze plant is een exoot en verspreidt zich namelijk razendsnel en door zijn sterke groeikracht verdringt de Japanse duizendknoop inheemse plantensoorten.
Ook stappen zetten?
Ontvang gratis de Naar Slim en Duurzaam Wonen Nieuwsbrief. Met verbouwvoorbeelden, het laatste nieuws en slimme bespaartips 8 x per jaar via de mail. U kunt zich op ieder gewenst moment afmelden.