Peter ziet zonnepanelen als bank; ze geven 10 procent rente

Peter Wortel (73) woont samen met zijn vrouw in Bennebroek. In 1992 kochten ze een jaren-60-woning waar helemaal niets aan was gedaan. Sindsdien pakten ze stapje voor stapje de boel aan en zitten ze er tegenwoordig comfortabel bij.

De zon schijnt volop en dat betekent dat de zonnepanelen overuren draaien. Ook Peter geniet zichtbaar van het zonnetje. In zijn tuin vertelt hij dat hij sinds juli 2018 elf zonnepanelen heeft; drie op het dak met de dakkapel, acht op de uitbouw. Vereniging Eigen Huis hielp bij de keuze voor deze panelen, met een vergelijking van onder andere kwaliteit, prijs en service.

Peter is er superblij mee en showt enthousiast de app op zijn telefoon die verbonden is met de zonnepanelenomvormer: “Ik zie meteen hoeveel energie ze me vandaag opleveren”, vertelt hij lachend.

10 Procent rente

Hij noemt zichzelf een echte ‘lijstjes-freak’. “Zo weet ik dat we op 19 september 2022, dus vier jaar later, de investering in onze zonnepanelen hadden terugverdiend. De netto-investering was 3.800 euro tegen een energieopbrengst van 14.015 kWh. Ik zie het dak dan ook als mijn bank; de zonnepanelen geven 10 procent rente!” Wel had Peter mazzel met zijn energiecontract. Door Vereniging Eigen Huis koos hij destijds voor Budget Energie en daar kon hij het contract vastzetten voor drie jaar: “Ik betaal 0,15 cent per kWh voor elektra en 0,80 cent per kuub voor gas. Terwijl de piek op 3,50 euro zat!”

“De investering in zonnepanelen hebben we binnen vier jaar terugverdiend“

Comfort en genot

Peter vindt een prettige leefomgeving belangrijk. Comfort en genot zijn dan ook de belangrijkste drijfveren om het huis te verduurzamen. Maar waar begin je in een huis die nog nooit een upgrade heeft gehad? “De slaapkamers hadden nog oude kiepramen met enkel glas. Die hebben we meteen vervangen door kunststofkozijnen met thermopane beglazing. Dat zou je nu HR+-glas kunnen noemen. En met een jaren-60-woning kijk je in de eerste plaats naar isolatie. Gelukkig hadden we spouwmuren met een gewenste breedte. En de vloer hebben we ook meteen laten isoleren.”

Vroeger werkte Peter bij een elektriciteitsbedrijf en in samenwerking met een bevriend technisch tekenaar heeft hij daarom veel zelf kunnen doen. Tijdens de verbouwing nam hij gelijk duurzame maatregelen. “Grotere dakkapel? Direct het dak isoleren. Badkamer aanpakken? Meteen vloerverwarming erin. En de nieuwe muur boven kreeg kunststofglas en isolatie.”

Warmtewisselaar

Op dit moment verdiept Peter zich in de aanschaf van een warmtewisselaar voor zijn cv-ketel. Deze kan warmte die ontstaat uit verbrand gas zo efficiënt mogelijk inzetten. Maar Peter is nog niet overtuigd. “Ik wek in de zomer veel stroom op en wat ik niet gebruik lever ik tegen een laag tarief terug aan mijn energieleverancier. In de winter wek ik weinig op en ik heb juist op dat moment stroom nodig voor de warmtewisselaar. Die moet ik dan van het net halen. Dan vraag ik mij af: ‘Bespaar ik dan wel?’ Ik denk dan eerder aan een eigen batterij die mijn opgewekte energie in de zomer opslaat, zodat ik die in de winter weer kan gebruiken. De technische mogelijkheden worden steeds groter, dus wie weet.”

Quooker

Peter blijft zich afvragen wat hij nog meer kan doen om te besparen. En dat kunnen ook kleinere dingen zijn. “De slaapkamer en badkamer kregen rolluiken. Naast een isolerende werking houdt het wind en zon tegen en blijft het lekker koel. In de keuken staat een goed geïsoleerde boiler, het water stroomt dan niet onnodig weg voordat het warm is. Ook hebben we een Quooker, zodat ik mijn eitjes direct in kokend water kan leggen. En de lampjes in de tuin blijven de hele nacht branden door hun eigen zonnepanelen en het lage vermogen van 3 watt.”

Over de vraag waar Peter het blijst mee is, hoeft hij niet lang na te denken: “Dat ik met mijn vrouw getrouwd ben”, grapt hij. “Ik ben heel tevreden met hoe ik woon en trots op hoe we dat voor elkaar hebben gekregen. Ik denk dat als je bereid bent om te investeren in je huis, het zeker wat oplevert. Niet alleen geld en genot, maar ook een positieve bijdrage aan het milieu.”