Vijf tips voor een groene en duurzame tuin

Nu we allemaal worden gevraagd om zoveel mogelijk thuis te blijven, mogen tuinbezitters zich extra verheugen: met een tuin kunt u bij uw eigen huis van de lente genieten. Een mooi moment misschien om uw privéparadijsje onder handen te nemen. En waarom dan niet meteen op een duurzame manier? Dat is pas echt groen! Met deze tips wijzen we u de weg.

1. Welke plant voelt zich thuis?

In de gemeente Bloemendaal is de kans groot dat uw tuin van nature een zanderige bodem heeft. Niet alle planten die u in het tuincentrum staan te verleiden met hun stralende kleuren, voelen zich daarin thuis. Het is dan ook goed om – in elk geval voor vaste planten –  te checken welke bomen, struiken, heesters, bloemen en bodembedekkers het goed doen in die ondergrond. Voor eenjarige potplanten maakt dit uiteraard minder verschil. Maar weet: potgrond is vaak allesbehalve duurzaam. In dit artikel van de Consumentenbond leest u daar meer over.

2. Kies biologisch

De meeste planten, zaden en bollen uit het tuincentrum zijn flink bespoten, zelfs als het een speciaal bijenmengsel betreft. Uit bespoten zaad groeien planten en bloemen waarin de pesticiden naar schatting nog meerdere jaren in terug te vinden zijn. Insecten die snoepen van de nectar raken hierdoor vergiftigd, terwijl je juist denkt ze een handje te helpen.

De oplossing is eenvoudig: kies alleen voor biologische planten en zaden. Die zijn altijd onbespoten en daardoor veilig voor insecten en het land. (Bron: Zaailingen)

3. Zorg voor de bodem

De bodem zelf heeft ook aandacht nodig. Dit is de basis voor een gezonde tuin. Bacteriën en schimmels in de bodem zetten bladeren en andere plantenresten om in voedingsstoffen voor nieuw leven. Gebruikt u kunstmest of bestrijdingsmiddelen, dan wordt de balans in dit systeem verstoord. Terwijl een rijk bodemleven planten weerbaar maakt tegen allerlei plagen. U kunt plantenresten en blad het beste rustig laten verteren of versnipperen en uitstrooien. Laten composteren in een speciale compostton of een afgescheiden hoekje van uw tuin is ook een duurzame optie: zo maakt u uw eigen natuurlijke plantenvoeding.

4. Houd rekening met klimaatverandering

Zorg voor een goede waterhuishouding in uw tuin: beperk de hoeveelheid bestrating en maak uw tuin zo groen mogelijk. Zo is deze beter bestand tegen warmte, droogte én hevige regenval. Met een regenton kunt u een waterreserve opbouwen waarmee u uw tuin in droge periodes kunt begieten. Gebruik zo min mogelijk kraanwater om zogenaamde ‘waterspits’ te voorkomen’, bijvoorbeeld door na 22.00 uur s ’avonds te besproeien. Daarnaast hebben niet alle planten veel water nodig en kunt u met houtsnippers of grind werken waardoor vocht in de bodem niet verdampt.

5. Maak uw tuin diervriendelijk

Een gezonde tuin heeft veel bewoners: vogels en insecten, maar misschien ook amfibieën en kleine zoogdieren, zoals egels. Op verschillende websites zijn tips te vinden om uw tuin aantrekkelijk te maken voor specifieke vogels, of bijvoorbeeld voor bijen of egels. Deze medebewoners van uw tuin zijn niet alleen leuk om naar te kijken, maar kunnen ook bepaalde plaagsoorten helpen bestrijden. Een win-win situatie.