Zelf composteren in 3 stappen

Groente-, fruit- en tuinafval (gft) kunt u scheiden of u kunt ervoor kiezen om er zelf compost van te maken. In het laatste geval verkleint u de afvalberg en maakt u uw eigen plantenvoeding voor een mooie groene tuin of gezonde planten op uw balkon of terras. Ook zelf composteren? Zo doet u het in 3 stappen…

Stap 1 – Zorg voor een goede compostbak

Compostbakken zijn er in verschillende soorten. Wie een grote tuin heeft, kan het beste een composthoop of open compostbak gebruiken. Deze manier wordt ook wel warm composteren genoemd en vereist dat u met een flinke berg compost (minimaal 1,5 x 1,5 x 1,5 meter) begint. Het is handig om deze plek eerst van tegels te voorzien en deze met behulp van gaas of hout af te kaderen. Bacteriën en schimmels zorgen voor warmte en het composteren van het afval waardoor de hoop kleiner wordt.

Hebt u minder tuinafval, minder ruimte of minder compost nodig, kies dan voor een compostvat. Dit is een gesloten bak die – in tegenstelling tot een open compostbak –niet gaat broeien.

Een manier van composteren die de laatste jaren populair geworden is, is die met behulp van de wormenbak of het wormenhotel. Het voordeel is dat deze bakken vrij klein zijn en ook op een klein balkon passen. Het composteren wordt gedaan door speciale compostwormen. Dat vereist dat het groenteafval in kleine stukjes wordt gesneden voordat het in de compostbak wordt gedaan. Daarnaast zijn deze wormen geen liefhebbers van citrusvruchten, pepers en knoflook. Die kunnen dus het beste in de gewone gft-bak.

 Stap 2 – Zorg voor de juiste omstandigheden

Succesvol composteren hangt af van diverse factoren. Het begint met wat je in de bak doet. Schillen, bladeren, gras, rauwe groenten, fruit en stronken zijn ok. Maar gekookte groenten of zaken die zout zijn weer niet. Doe ook geen eierschalen, brood, vette producten of overblijfselen van vlees of vis – zoals botten of graten – in de compostbak. En ook geen houtskool, zuivelproducten of korrels uit de kattenbak.

Bij een open composthoop is voldoende zuurstof belangrijk. Het is dan ook goed om de hoop regelmatig om te keren, bijvoorbeeld met een hooivork of schep. Bij een kleine compostbak is het belangrijk dat de bak niet vochtig en niet te droog is. Deze balans kunt u in stand houden door groen afval zoals gras en keukenafval vooraf te mengen met bruin materiaal, zoals dorre bladeren.

Composteert u met behulp van een wormenhotel, zorg er dan voor dat deze in de winter niet te koud wordt en in de zomer niet in de zon staat. De wormen doen hun werk het best bij een temperatuur tussen de 10 en 20 graden.

Stap 3 – Heb geduld

Naast een goede variatie van materiaal dat u toevoegt aan uw composthoop, doorluchting en de juiste vochtigheid, is composteren ook een kwestie van geduld. Afhankelijk van de grote en de condities duurt het composteren een paar maanden tot een jaar. U versnelt het proces door bijvoorbeeld kalk aan uw compostbak toe te voegen of een speciale compostversneller te gebruiken.

Tot slot: het is goed om te weten dat goede compost niet stinkt maar ruikt naar bosgrond. Stinkt uw compost toch, dan is er iets in uw compostbak terechtgekomen dat daar niet in thuis hoort.